woensdag 28 april 2010

Schroeven en spoken

Dit verhaal is een opdracht geweest van een cursus schrijven. Er moesten 3 citatan in zitten van 3 schrijvers en daar moest ik een verhaal van maken. Het cursief geschrevene komt van de andere schrijvers.

Stil zat ik in het schuurtje. Het schuurtje waar mijn vader altijd zat te knutselen. Ik zag de schaven hangen. Netjes op rij. Hij was erg netjes, mijn vader. Hij kon niet werken wanneer alles door elkaar lag. De beitels, verschillende hamers en zagen, alles netjes op het karretje of aan de muur.
Ik zat soms uren stil te kijken hoe hij van een lang hoekig stuk hout opeens een ronde, mooie kandelaar kon maken.
Ik mocht dan de doosjes met de schroeven opruimen. Schroefjes sorteren op lengte en dikte. Ik deed het graag. Voelde me belangrijk .
Vader vertelde dan een verhaal terwijl hij doorwerkte
Ook schroeven zijn ventjes. Kijk maar eens naar de verschillende gebruikte schroeven, zelfs van hetzelfde type en dezelfde maat. Ze hebben allemaal een ander gezicht.De ene lacht, de ander huilt, weer een ander grijnst, weer een ander peinst.Ik speelde dan met de schroefjes en de boutjes mijn eigen verhaal.

Dit alles is lang geleden. Vader is alweer enkele jaren dood.
Ik genoot altijd van dat samen zijn. Mijn vader voor mij alleen. Het schuurtje gaf een veilig gevoel.
Mijn broer Jan die 2 jaar ouder was en mijn jongere zusje Mieke kwamen er zelden.
Jan had veel vrienden en was vaak op straat te vinden. Ik vermaakte me liever in huis of in de tuin met kleine dingen.
Mieke was 3 jaar jonger dan ik en hing nog veel aan moeders rokken. Ze was een vrolijk kind die graag naast moeder zat wanneer zij piano speelde of borduurde.

Mijn moeder…, de gedachte aan haar is altijd dezelfde. Haar gezicht kan ik niet goed voor me halen maar altijd komt dit beeld naar voren:
Ze zat voor het raam en keek naar buiten. Ze was zich niet bewust dat ik ook in de kamer was. Ik liep naar haar toe, wilde haar aanspreken, maar iets in mij zei dat ik stil moest zijn.
Een floers voor mijn ogen, een gevoel van zwaarte daarachter.
Hoe bleek is ze. Een herinnering, die me overweldigt. Ik was 9 jaar
, mijn moeder was ziek. Op dit moment drong het tot me door dat ze zo teer was. Mijn trotse moeder zat daar zo stil en breekbaar . Ze was al langer wat ziek, maar de ernst van haar ziekte openbaarde zich nu voor me. Ik was wel nog jong, maar een kind voelt haarfijn aan wanneer er iets niet klopt.
Moeder probeerde wel vrolijk te doen voor ons kinderen maar al snel moesten wij haar dan ook weer met rust laten omdat ze moe werd. Vader probeerde dan de sfeer weer op te peppen met vrolijke grapjes naar ons toe, maar we voelden allemaal dat het niet goed kwam.
Op een avond kwam vader beneden en heeft ons alle drie gevraagd naar boven te gaan. Het was een afscheid voor altijd. Spoedig daarna is moeder gestorven.

Daarna heeft vader voor ons gezorgd. Hij zorgde ervoor dat we niets te kort kwamen, kookte en waste, maar hij was tijden niet meer dezelfde vrolijke man die met ons stoeide en verhalen vertelde.
Na enkele maanden besloot hij dat er een huishoudster moest komen voor al de dagelijkse beslommeringen. Een vrouw die de boodschappen deed, die kookte, die de was deed en die lief was voor de kinderen.
Op een dag stond ze voor de deur. Een stevige vrouw, rond de 50 jaar. Net wat we verwacht hadden. Ik had er nog wel vrede mee, maar mijn broer was niet van plan om enige medewerking te geven aan ‘dat mens’.Hij maakte de deur open, liet haar binnen en riep naar vader dat er bezoek was, om vervolgens zijn jas te grijpen en naar buiten te lopen zonder ook maar een woord tegen haar te spreken.

Zo kwam mevrouw van Diederen in huis. Het leven ging verder .Het was nog stil in huis maar ze zorgde dat het er schoon bleef en dat er lekker eten op tafel stond. Ze plukte soms bloemen uit de tuin en zette ze in huis. Er was een zekere mate van gezelligheid terug gekeerd.
Ik trok nu iets meer met mijn zuster op maar Jan bleef steeds vaker van huis. Jan was niet van zins om de plek van onze moeder te laten innemen door een vreemde vrouw waar we gemakkelijk ‘buiten konden’, vond hij.
Hij probeerde dan ook ons in zijn verzet mee te slepen. Op een avond zaten we bij Mieke op de kamer en Jan vertelde ons vol vuur dat hij een plan had. Mevrouw van Diederen zou uit zich zelf vertrekken wanneer we met hem zouden meewerken. We hadden alleen lakens nodig en dan zouden we, wanneer vader naar de ouderavond was en mevrouw Van Diederen wat langer bleef, haar de stuipen op het lijf jagen. Mieke en ik waren niet bijster enthousiast maar Jan hield voet bij stuk en zo kwam het dat we op die bewuste avond tegen achten alle drie getooid waren als spook.
(3)Laten we gaan, zei mijn broer dreigend. De deur van mijn zusters kamer sloeg open en in een prisma van licht wiegden we, gehuld in lakens, de gang op. Onder het slaken van spook geluiden stonden we voor de keukendeur waarachter mevrouw van Diederen de laatste hand aan de afwas legde. Jan duwde de klink naar beneden en de vrouw draaide zich verbaast om. Ze keek met open mond naar de drie spoken . Jan vloog door de keuken met vreemde sprongen . Mieke en ik bleven verlegen in de deuropening staan.
De vrouw kwam langzaam weer bij zinnen en in plaats van gillend het huis te verlaten vroeg ze of de spoken ook zin in een kopje thee hadden.
Mevrouw van Diederen is nog vele jaren bij ons gebleven Vader is na jaren weer hertrouwd en Jan, die wordt nog veel geplaagd door zijn kinderen met dit spookverhaal.

Jan Hanlo/Jan Wolkers/Ria Brugge

Geen opmerkingen: