woensdag 12 oktober 2011

Groeten uit Pieterburen




Wanneer je door Leny 't Hart zelf wordt uitgenodigd dan ga je die reis aan. Het was niet naast de deur, dat klopt. Maar het was zeker de moeite waard en wat ook zo fijn was, ik ging meteen voor de eerste keer vriendin Anneke opzoeken in Zwolle en samen gingen we dan verder met de trein naar de zeehondencreche. Het week-end kon niet meer mislukken, ook niet wanneer de ov-chipkaarten van ons beiden niet deden wat ze beloofden te doen.




We gingen op de eerste plaats voor "Nekkie"de zwaar gewonde zeehond die we zagen tijdens een boottochtje bij Ameland. Ik had er een foto van gemaakt en zag pas bij thuiskomst dat het arme dier een stuk visnet om zijn kop had zitten en dat zij daar een enorme wond van had gekregen.





De mensen van de Robbenboot wilden mij niet verder helpen en beschouwden het dier als verloren. Gelukkig zei mijn man dat ik maar naar de zeehondencrèch in Pieter Buren eens moest proberen .Dat leek mij wel erg belastend voor die mensen, maar ik wist anders ook geen oplossing en er moest iets aan gebeuren. Maar bij Lenie 't Hart zeiden ze : "we gaan er meteen naar toe". Waar zeggen ze dat nog. Mensen van mijn hart. Na 3 dagen mailde Lenie dat alles goed ging, maar dat het kantje boord was. Hier op de foto zie je haar liggen. Ze was hier al 3 weken op de crèche en maakte het al veel beter.Toen het net er net af was, zag je alleen de spieren bloot liggen en leek het alsof haar kopje er bijna afviel.Petje af voor dat team, dat ze dit weer zo mooi voor elkaar hebben gekregen. Hier op de foto was ze al verdubbeld van gewicht.




De reis begon in Goes, waar Adrie mijn man, me heen bracht . Om kwart voor 6 waren we al onderweg van IJzendijke door de tunnel in Terneuzen en dan naar Goes.Van Goes naar Zwolle en daar kwam Anneke zich bij mij voegen. We ploften neer in de eerste beste coupé , want we hadden maar 3 minuten. Daarna konden we elkander begroeten en ons verhaal doen .Maar al vlug werden we op onze vingers getikt dat we in een stilte coupé zaten en de trein zat erg vol, dus zat er niets anders op dan het verder met gebaren taal te doen tot Groningen. Daarna nog de trein naar Winsum en de bus naar Pieter Buren . Al met al was ik 8 uur later, tegen 14.00 uur op de plaats van bestemming.

Ze hadden ons opgewacht, Leny en haar man, de cineast Karst van der Meulen.Zo aardig. Ze riep meteen iemand om ons koffie te brengen en de jassen werden in het winkeltje gelegd.
Als vrienden werden we ontvangen door Leny en haar man, met koffie en een kaartje met "dank" erop .





Klik hier voor een mooie docmentaire van Karst v.d.Meulen over de zeehonden op het wad.

We hadden met haar man een heel aardig geprek terwijl Leny vaak telefoon kreeg en toch het een en ander moest regelen, kwam ze toch iedere keer weer aan het tafeltje erbij zitten.
Ze heeft ook weinig zitvlees, vertelde haar man. Ze zag er super actief en jong uit. Geen tijd om te rentenieren of te klagen over het ouder worden.Ze gaat gewoon door. Ze is in september 70 jaar geworden en wil haar directeurschap beeindigen. Maar er is nog geen opvolger.Op internet las ik dat een jonge dierenarts uit Iran die de mogelijke opvolger zou kunnen zijn geweest, in januari van dit jaar 2011 is verongelukt. Een grote klap voor Lenie en voor de zeehondencrèche.









Na een poosje riep ze een sterke jonge man en stelde hem voor als Marcel.Hij ons alles zou vertellen over de gang van zake in de crèche. Hij zou ons alles laten zien. Maar als eerste natuurlijk "onze zeehond". Hij kon vol passie vertellen over de crèche en de zeehonden. Hij werkte er al 16 jaar.
We begonnen bij de 4 quarantaine boxen waar je vanuit het bezoekerscentrum in kunt kijken via een raam. Dan door naar de werkruimte waar de potjes met nummertjes stonden die in de flappen van iedere zeehond gaan, zodat men weet wie het is, hoeveel vis hij moet hebben enz. Een hele status wordt er aangelegd van ieder dier.





Klik hier om eens te zien hoe een zeehond gevoerd wordt. Het filmpje staat op youtube


Het was aandoenlijk om die kleine zeehonden daar in dat kamertje te zien . Enkelen keken omhoog vanuit hun bad.Dat ziet er dan zo eenzaam uit. Maar ze worden zo goed verzorgd. Je kunt het thuis ook bekijken via de webcam.











Maar we moesten verder, eerst naar onze vriendin, want het gewonde dier bleek een meisje te zijn. We moesten naar buiten, het zonnetje in. Marcel ging ons voor door een doolhof van kleine zwembaden, om bij een grote bak uit te komen waar Nekkie in zou zitten De bak was te hoog om er zo in te kunnen kijken, maar er stond een ladder bij dus klommen we om beurten daar op.








Daar zwom ze. Gut, natuurlijk een beetje alleen nog, maar wat een opluchting zal het zijn, nu die pijn er niet meer is.
Jeetje, wat is het fijn dat je om hulp kunt roepen en dat er dan mensen zijn die dit willen doen. Het lijkt allemaal heel schattig, maar het is kei hard werken. Stel je maar eens de winter voor, of wind en regen, dan gaat dat voeren en verschonen ook allemaal door. Je moet dus uit het juiste hout gesneden zijn. Gelukkig zijn dat dan ook de leukste mensen en daar mag je dan mee werken, dat is ook weer waar.



Er waren ook prachtige grote zwembaden waar ze naar hartelust konden duiken en zonnen. Het is een enorm comlex en bijna nog te klein. Maar het ziet er goed uit. Maar ze hebben natuurlijk veel donateurs nodig, want dat dit kostelijk is, dat is zeker. Gelukkig zijn er veel mensen die de aanblik van zeehonden zeer prettig vinden . Daardoor worden ze veel gesteund.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------

Even een zeehonden lesje.




Dit komt o.a.uit het prachtige boek 't Hart voor de zeehond. Geschreven door Dagblad van het Noorden voor haar 65 te verjaardag en voor 35 jaar Zeehondencrèche.

De oudste zeehond die gevonden is, was 40 jaar, maar gemiddeld worden ze tussen de 25 en 35 jaar. Er zijn 2 soorten hier in Nederland, nl. de gewone zeehond (phoca vitulina) en de grijze zeehond, met de langere snuit. Een beetje muisachtig, maar deze kan wel 300 Kg zwaar worden en de gewone zeehond wordt ongeveveer 150 Kg zwaar.

"Nekkie"is een grijze zeehond. ( Halichoerum grypus, wat zeveel betekend als zeezwijn met een haakneus ) Hier worden ze " zadelrobben "genoemd.
De kleur varieert van grijs tot donkerbruin tot zwart, maar grijs is de overheersende kleur. Vrouwtjes zijn meestal lichter van kleur dan mannetjes. Mannetjes zijn over het algemeen donkergrijs met lichtere vlekken, vrouwtjes zijn meestal lichter grijs met donkere vlekken. Verder is het mannetje steviger gebouwd en heeft een grotere, bredere kop. Ook heeft hij drie à vier duidelijk zichtbare rimpels rond de nek. De neusgaten zijn duidelijk gescheiden, in tegenstelling tot de gewone zeehond.
Rusten doen ze bij eb en bij zonsopgang op rotsen en zandbanken, die bij eb droogvallen.Ze liggen dan in grote getalen bijeen. Niet omdat ze dat zo gezellig vinden, maar omdat het veiliger is. Ze willen ook wel eens een dutje doen en dan zal vast wel een ander opletten. Bij het minste of geringste geluid verdwijnen ze allemaal de zee in.

Ze eten voornamelijk vis zoals zalm, kabeljauw, schelvis en platvissen, en schaal- en weekdieren. Ze eten soms inktvis en een enkele keer zelfs vogels. Gemiddeld eet een grijze zeehond 5,7 kilogram per dag, maar de dieren kunnen langere tijd zonder voedsel.Ze vangen de vis d.m.v hun snorharen.Ze voelen de troming veranderen in het water en weten dan of er een vis of meerdere vissen aankomen.
Het dier kan tijdens het jagen tochten maken van wel honderd kilometer. Ze duiken meestal tot op een diepte van 25 meter, maar er zijn ook duiken waargenomen van wel 100 meter diep.

De werptijd verschilt per regio. De grijze zeehonden van de Noordoostelijke Atlantische Oceaan werpen tussen september en december, met een geboortepiek in oktober. De zeehonden in de Noordwestelijke Atlantische Oceaan werpen voornamelijk in januari of februari. De paartijd volgt ongeveer drie weken na de werptijd.







In de paartijd vasten de dieren. Een mannetje eet dan zes weken lang niets. De dieren trekken naar vaste voortplantingsgebieden. Vrouwtjes zijn trouw aan hun voortplantingsgebied en keren ieder jaar terug naar dezelfde plek. Hier verzamelen de vrouwtjes zich in kolonies, die kunnen bestaan uit vijftig tot wel zeventigduizend vrouwtjes. Mannetjes houden een harem bij van vrouwtjes die (bijna) in oestrus( vruchtbare tijd) zijn. Op land verdedigen de mannetjes hun harem tegen andere mannetjes. Als een vrouwtje in oestrus is, zal het mannetje haar geregeld dekken of aandacht schenken. Zo voorkomt hij dat andere mannetjes de kans krijgen om met het vrouwtje te paren. De paring vindt zowel op het land als in het water plaats, en duurt 15 tot 45 minuten. Dominante mannetjes hebben meestal het alleenrecht op paren, en kunnen andere mannetjes beletten te paren of zelfs uit de kolonie verjagen.

De totale draagtijd duurt 11,5 maand. De eigenlijke draagtijd duurt echter 8,5 maand, maar de embryo komt de eerste twaalf weken niet tot ontwikkeling (verlengde draagtijd).

Per worp krijgt het vrouwtje één jong. Jongen worden geboren op afgelegen stranden, onbewoonde eilanden, op pakijs en in grotten, boven de vloedlijn, in de kolonie. In noordelijke gebieden, als de Oostzee en rond Groenland, worden de jongen ook op het pakijs geboren. Vrouwtjes met jongen zijn zeer agressief tegen andere zeehonden. Vrouwtjes zonder jongen sluiten zich ook aan bij deze kolonies.






Bij de geboorte is het jong 90 tot 105 centimeter lang en 11 tot 20 (gemiddeld 14,5) kilogram zwaar. Het heeft bij de geboorte een wollige witte vacht, dit tot tegenstelling bij de gewone zeehond, die verliest de vacht al in de baarmoeder. onze grijze zeehond verliest de vacht na 2 tot 3 weken. In die tijd kan het jong ook niet zwemmen .Het vrouwtje zoogt het jong om de vijf à zes uur. Door de vette melk komt het jong per dag 1,5 tot bijna 2 kilogram aan. De totale zoogtijd duurt 16 tot 21 dagen, waarna de moeder het jong verlaat. Pas als de jongen 30 tot 35 dagen oud zijn, gaan ze zelf voor voedsel zoeken.

Vrouwtjes zijn na 4 tot 5 jaar geslachtsrijp, mannetjes na 6 jaar. Mannetjes zullen echter meestal pas voor het eerst paren als ze 8 tot 10 jaar oud zijn.

Mannetjes worden maximaal 30 jaar oud, vrouwtjes meer dan 45 jaar.

[De grijze zeehonden leven langs de kusten in gematigde en koudere delen van de Noordelijke Atlantische Oceaan. Ze komen voornamelijk rond Newfoundland, Zuid-Groenland, IJsland, Noorwegen, de Britse Eilanden, Bretagne en de Oostzee. Ook in de Waddenzee komen ze voor. Ze komen voornamelijk voor op rotskusten en bij zeekliffen. Ook worden ze waargenomen op zandbanken, bij riviermondingen en op zandstranden.

In NederlandIn Nederland is de grijze zeehond niet zo talrijk als de gewone zeehond. De dieren geven de voorkeur aan rotsige kusten bij open zee. Sinds de jaren '80 komt in de Waddenzee echter weer een kleine populatie voor. Op de Richel, een zandplaat tussen Vlieland en Terschelling, bevindt zich een populatie van ongeveer 1000 dieren.

-----------------------------------------------------------------------------------





Zo, Nekkie hebben we bemoedigend toegesproken en we hopen haar nog eens te zien. Het mooiste zou zijn wanneer we haar kunnen uitzetten. Maar ja, wanneer is dat en het is weer een hele reis. Maar wie weet.
Zuchtend verlaten we de bak en lopen achter Marcel aan , richting de grote zwembaden en richting bezoekerscentrum.
We bedanken Marcel voor de vriendelijke en interssante rondleiding en gaan net als alle andere mensen genieten van de zeehonden achter het glas, of buiten. Er i ook een mogelijkheid om buiten in een afgezet gedeelte te loepn, zonder dat je de verzorgers voor de voeten loopt.
Tot 16.30 uur hebben we gekeken, gefotografeerd en in het winkeltje rond geneusd.
En aan alles komt een eind, ook aan dit fijne bezoek bij de "zeehondenmoeder"die wij ook als een held van Nederland zien. Kon mooi in het rijtje van DWDD.




Hier nog een zeehond die geniet van de warmte van de zon. Hij heeft het dankzij de Zeehondencrèche overleefd. Zou de crèche niet bestaan hebben, dan zouden we in het waddengebied niet veel zeehonden meer zien. En ook een belangrijk gegeven is, dat ze van over de hele wereld mensen krijgen die hier de benodigde kennis van de zeehond opdoen en dat later weer kunnen toepassen op de zieke zeehonden elders op de wereld.
Mooi dat we er geweest zijn.

maandag 10 oktober 2011

Een trip met de OV-chip






Ja, dat leek me wel handig, die ov-chipkaart. Vooral omdat aan deze kant van de Schelde geen station is. Ik woon in IJzendijke en wil je met de trein het land in , dan ga je met de bus of met deauto naar Breskens, daar neem je de boot naar Vlissingen en dan heb je 5 minuten om van de boot af te komen en de trein in te stappen. Geen tijd voor het kopen van een kaartje. Je kan wel een kaartje kopen op je computer en afprinten , maar staat er ergens 1 fout, dan is hij ongeldig. Komt er iets tussen en ga je niet, dan ben je je geld wel kwijt, denk ik.
Dus de OV-chipkaart was de oplossing.
En alles is met de computer te regelen. Je vult je gegevens in, je kan er zelfs een foto in zetten.Maar een ding was niet duidelijk , nl de vraag: "wilt u reizen op saldo"?
Wat wilde dat zeggen? Je wilt die kaart omdat je er geld op kunt zetten en dat dat er dan afgaat wanneer je in-en uitcheckt.
Is er dan ook nog te reizen zonder dat je saldo aangesproken wordt? Nu weet ik niet wat ik daar ingevuld heb, want het is al 3 maanden geleden. Maar bij de eerste trip bleek al dat ik die vraag zeker niet goed had ingevuld. Misschien had ik wel "nee"gezegd. Ik weet het niet meer.

Enfin, na een paar dagen had ik de OV-chip in huis.
Ik had aangegeven dat er een bepaald bedrag op moest, maar dat moet je dan wel eerst erin laten zetten. Daar moet je nog even voor lopen. Niet eenvoudig. De dichtsbijzijnde kast om dat te doen was in Oostburg bij het postkantoortje. Dat stond op de website van de NS. Maar nee, zij deed het niet. Wat dan?
Er stond nog een adres: in de Spar te Cadzand. OK, 20 Km heen en 20 KM terug, je moet er wat voor over hebben.Je teekt de kaart erin, de post wordt opgehaald. Dan steek je je bankpasje in een andere gleuf als die waar de ov-chip in zit. Toets je pincode in en het bedrag gaat van je bankpasje naar de ov-chipkaart.
Dit hoef je later zo niet meer te doen, want je zet op je OV chip de mededeling, dat wanneer het geld bijna op is, dat er dan 50 euro automatich opgezet wordt van je bankrekening op de V-chip.

We zijn er klaar voor.
De eerste reis is niet mis. Van Vlissingen naar Groningen en van Groningen naar Pieterburen.
Een langer reis via Zwolle, omdat vandaar een vriendin mee reist.

Ik kan echter niet om 7 uur in Vlissingen opstappen, want de eerste boot ging pas om half 9 op zaterdag.
Geen nood, we hebben de tunnel, dus om 6 uur in de auto in naar Goes gereden.Man moest rijden, want de auto moest weer terug naar huis, want ik bleef 3 dagen weg.

Hier begint eigenlijk het verhaal.

In Goes hield ik de kaart voor de eerste keer voor een in-en uitcheckpaal. De piep was goed, maar de tekst was "u kunt niet inchecken"en dat bleef zo.Ik dacht dat de paal defect was, dus overmacht.
De controleur kwam, maar liet me zitten, want zijn kastje deed het ook al niet. Overstappen in Roozendaal en ook daar weer een paal uitgeprobeerd. Nee, niet gelukt.
Misschien lag het hele systeem eruit. Tja, ik maakte me niet echt zorgen en het duurde erg lang voordat er een controleur kwam.
Tja mevrouw, sprak hij,'dit is niet goed'u hebt thuis aan de computer niet ingevoerd dat u "op saldo"reist.Daarna volgt de vraag"wilt u eerste of 2 de klas reizen? Ah, die vraag is duidelijk, maar ja, die had ik niet gehad. Hij moest mij nu een kaartje geven dat mij dan 55 euro zou kosten in plaats van 23 euro. Maar het was niet te geloven, de man verdween en bij Nijmegen hield hij ruggespraak met een hoofdcontroleur over mijn geval. Zij komt naar mij toe en ze hadden besloten dat ik maar gewoon tot Zwolle gratis mocht reizen, want ik had er wel alles aangedaan en dit was tenlotte de eerste trip met de OV-chip.
Pfff, een hele opluchting.Dat was echt aardig. Gelukkig zijn er begripvolle mensen.
Even een belletje plegen naar Anneke in Zwolle, of zij daar een kaartje wilde kopen. Oei, bellen was verboden, want ik zat in een "stilte coupé".

Buiten de coupé kon ik haar bellen en na een half uur kwam ik in Zwolle aan en zocht op het perron naar mijn dierbare vriendin. Ja, daar was ze en zwaaiend met het kaartje troonde ze me mee naar de trein die ons naar Groningen zou brengen. Opgelucht ploften we neer en na de omhelzing hadden we heel wat te bespreken.
Helaas werd ons al snel duidelijk gemaakt dat we weer in een stilte coupé zaten en dus helemaal niets konden vertellen .Na enkele minuten gedwongen stilte kwam Anneke tot de ondekking dat ze niet had ingecheckt.Ze was te druk bezig geweest om voor mij een kaartje te kopen dat ze haar eigen kaart was vergeten te gebruiken. Bij de volgende halte kon ze snel even de trein uit omdat in ieder geval nog te doen.Dat lukte gelukkig. Niets kon er onze reis nog in de weg staan.
Tot Groningen moesten we het wel met fluisteren doen, maar het was ook wel grappig en we konden nog zo veel praten later.


Station Groningen stond op de borden. Het is een prachtig station en ik had er graag een foto van gemaakt, maar we moesten het goede perron zoeken en een kaartje kopen voor mij. Anneke had uitgecheckt en moet dus weer inchecken. Dat was dus eigenlijk niet nodig geweest of misschien toch wel, maar ze deed het en hield haar kaartje voor de paal, "piep"zei de paal, dus dat was goed.
Dan moest ik nog een kaartje kopen van Groningen naar Winsum. Ongeveer 3,20 euro.




Dan maar eens een kop koffie halen en een broodje.10 Minuten later zaten we in de trein. Nu niet in een stilte coupé natuurlijk. Het was een kort ritje tot Weersum en mijn kaartje kostte ook maar 3 euro . Daar kwam de controleur. "Tja mevrouw, u hebt niet ingecheckt, zei de man tegen Anneke. Jawel, riepen wij in koor en het paaltje zei "piep". 'Ja dat zegt een muis ook'zei de man onverstoorbaar en ze kreeg een boete van 35 euro en die 3 euro voor de trip.



Niet te geloven. Ze moest ook niet uitchecken, want dat kon niet wanneer je niet ingecheckt was. Nou, met open mond staarden we de man aan. Eenmaal weer uit de trein stonden we in Winsum. Het regende een beetje en het zag er verlaten uit. Niet echt gezellig.De bus kwam pas over een dik half uur. Dan maar eens google gebruiken op de Iphone om een taxi te bellen. Dat lukte , maar die kwam pas over een half uur.
Dan maar geduld hebben en ondertussen even naar Lenie 't Hart bellen dat het ietsje later werd.



Het was erg fris daar bij het bushokje. Gelukkig ...dar kwam een busje.De buschauffeur was een hele aardige man. En daar in die bus vertelden ze ons dat Anneke in Groningen het kaartje voor de NS paal had gehouden terwijl ze de treinvan Ariva moest hebben.Daar had ze ingecheckt en dus had ze toch moeten uitchecken. Jeetje, ja, ooit wel eens gehoord dat er in Groningen 2 spoor maatschappijen zijn, maar dat belletje was nu nog niet gaan rinkelen. Dan had die controleur dat ook wel eens mogen zeggen. Nou, daar denken we nog eens over wanneer we thuis zijn.


De zeehondencrèche van Lenie 't Hart was heel erg fijn. Dat is een ander verhaal. We gaan nu al weer terug van Pieterburen naar Winsum met de bus. Dat ging wederom goed.



Dan weer een kaartje kopen op het perron van Winsum. Anneke nam voor de zekerheid ook een kaartje en ook dat ging goed tot Groningen.

In Groningen wilde ik een kaartje kopen in de automaat, maar hij weigerde mijn bankpasje. Na 3 pogingen gaf ik het op en zoch ik maar een apparaat dat geld wilde ontvangen.


Die accepteerde alleen muntgeld. Dus 15,80 aan munten. Ja, dan vlug naar de kiosk, nee.....doen het niet...dan vlug door naar het wisselkantoor....kan wel maar beter naar de balie om een kaartje te kopen....ook goed....rennen, deur door....andere deur in....halve perron door. Een prachtig station is het.





Daar trof ik een man aan de balie die net aan zijn lunch wilde beginnen. Het leek mij ook een idee om mijn OV-chipkaart hier te laten veranderen, zodat ik daarmee verder kon. "Nou, dat moet u thuis maar zelf doen", opperde de man. "nou mijnheer, ik ben nog dagen aan het reizen dus dat zou toch naar zijn wanneer ik hem niet een keer gebruikt zou hebben", sprak ik verdrietig. OK, hij deed het, maar kon wel eens lang gaan duren.Hij keek in de computer en heeft het in orde gemaakt. Maar nu moest het kaartje wel weer die gegeven inladen en dat duurt wel even, zei hij. Nou, na 15 mijnuten was er nog niets. Ondertussen was de trein weg en Anneke dacht zeker dat ik kidnapped was.
Ik vroeg alsnog om een kaartje, dan zou ik in Zwolle wel eens proberen of mijn kaartje in te laden was.
Zo kwamen we weer in Zwolle aan en daar stond een gele inlaadkast en waarempel....hij doet het. Daarna in de bu gestapt en ja hoor. Wat een gelukzaligheid.
Op de valreep, voor dat ik thuis was, deed hij het.Eind goed , al goed.


-----------------------------------------------------------------------------

Toch nog even een klein lesje over het station in Groningen.
Ik heb er door de consternatie geen foto's van kunnen maken, maar gelukkig zijn er twee fotografen die wel foto's gemaakt hebben en ik mag ze van hen publiceren.



Isaac Gosschalk was de architect.
Hij werd in 1838 geboren in Amsterdam. Hij was de zoon van een joodse arts. Hij had bouwkunde gestudeerd in Zürich. In Amsterdam bouwde hij veel huizen voor de welgestelden. Onder meer aan de Prinsengracht, de Reguliersgracht en aan de Plantage Middenlaan. In 1875 werd Gosschalk gemeenteraadslid in Amsterdam. Hij combineerde deze functie tot zijn aftreden in 1887 met zijn hoofdberoep. Tussen 1883 en 1885 bouwde Isaac Gosschalk de Westergasfabriek en de Oostergasfabriek in Amsterdam.

Provinciehoofdstad
Het station van Isaac Gosschalk was niet het eerste station van Groningen. Het kende enkele voorgangers, want er reden al enige tijd treinen naar deze provincieplaats. In 1868 kwam de lijn naar Winschoten gereed. Vanaf 1870 was Groningen per trein bereikbaar uit Zwolle. Vier jaar later konden de Groningers ook per trein naar Delfzijl reizen. Het station van Groningen vormde het knooppunt in de verbindingen van en naar de regio.
De provinciehoofdstad was altijd al de belangrijkste stad in het noorden geweest. De stad kreeg al in de Gouden Eeuw een universiteit. De eerste rector was Ubbo Emmius, hoogleraar in de geschiedenis en de wiskunde. Behalve deze twee vakken kon men in de zeventiende eeuw ook theologie, geneeskunde, rechten en wijsbegeerte studeren in Groningen. Emmius vestigde zijn eerste universiteit in twee voormalige kloostergebouwen.
Aan het begin van de jaren vijftig telde Groningen 2000 studenten. Dit aantal groeide gestaag in de jaren zestig en zeventig. In oktober 2009 stonden 26.700 wijsneuzen ingeschreven in de administratie van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Veel studenten reizen elke week per trein naar Groningen.

Stationshal
Het station van Groningen werd in de twintigste eeuw verschillende keren aangepast. Nieuwe tijden vroegen om veranderingen. Veel aanpassingen gingen ten koste van de prachtige architectonische eenheid van het station. Zo werd bijvoorbeeld in 1988 de goederenlosplaats naast het station afgebroken om plaats te maken voor een busstation. Er veranderde aan het einde van de twintigste eeuw ook iets ten goede: het verlaagde plafond uit de jaren zestig werd verwijderd uit de stationshal. Sinds 1999 kunnen de reizigers weer genieten van de oorspronkelijke grandeur van Gosschalk.