dinsdag 25 november 2014

Kraaienliefde...een klein Kerstverhaal.



Op een dag zag hij haar zitten. Ze zat trots, als altijd, op een tak. De Zwarte kraai kon zijn ogen niet geloven. Dat kon ze niet zijn, ze lag levenloos op de straat. Dagen heeft hij bij haar gezeten, maar ze bleef er maar liggen . 

Daarna moest hij toch weer wegvliegen om eten te zoeken en toen is hij haar kwijt geraakt. Ze lag er niet meer. Dagen lang riep hij haar, maar nooit kwam haar antwoord.
Hij zat in een boom tegenover een huis toen ineens de lampen aangingen en achter een raam zag hij een kraai zitten. In dat huis, op een tak, daar zat ze. Ze bewoog niet, maar hij herkende haar silhouet uit duizenden. Ze moest het zijn , ze zat heel stil maar ze was het, geen twijfel mogelijk. Hij was verward en blij. Zijn hart bonkte in zijn vogellijf. Zenuwachtig zat hij heen en weer te schuiven op de tak. Hij vloog naar beneden, liep naar het raam en vloog op de vensterbank.  Hij tikte tegen het raam, hij riep haar...Krah krah, maar er gebeurde niets. Hij boog , zette zijn vleugels uit, krah krah.....kijk nou toch....ik ben het ! Er kwam geen reactie, net als toen ze daar op straat lag onder die lantaarn. Stil bleef hij zitten en keek naar binnen. Het begon zachtjes te sneeuwen en hij merkte het niet. Toen hij even zijn ogen dicht gedaan had en weer opende was ze weg. De tak was ook weg. Had hij dit gedroomd?  De deur ging open en een vrouw kwam naar buiten met de vogel in haar hand. Ze zette de vogel  buiten neer en maakte de deur weer dicht. Hij hield zijn adem in. Met een krop in zijn keel bleef hij zitten waar hij zat. Wat nu, hij moest er naar toe. Na een poosje vloog hij op en ging hij naast haar zitten, raakte haar vleugel aan en haar snavel. Ze was levenloos en toch trots. Het was even zoals anders. Samen in een boom of ieder in een andere boom. Zij riep hem hij antwoorde. Samen buitelden ze door de lucht. Samen pikten ze aan een muis of zaten zomaar te zitten en keken over het land. Een tweede leven had ze hier. Het was duidelijk dat het voorbij was, voor altijd. 
De deur ging weer open en de vrouw zette haar weer binnen. Hij had niet gemerkt dat ze zo nat waren geworden. 
De volgende dag zat hij in alle vroegte weer aan het raam. Ze stond er nog en de vrouw zat een boom op te tuigen met allemaal lampjes en ballen. En voor al die lampjes stond zij, hij vond het een mooi beeld. Hij bleef zitten en tikte weer tegen het raam. Hij moest haar nog een keer voelen, dan zou hij vertrekken. Na uren ging de deur open en de vrouw ging naar buiten. Ze had de vogel niet bij zich , maar de deur open gelaten. Hij bedacht zich niet, hipte naar binnen en zocht zich een weg door de keuken en de gang. Ja, hier was het. Ze stond nog op haar tak. Hij probeerde op de tak te vliegen, wat niet makkelijk was in die volle kamer. Zo beef hij een poosje zitten. Ze was stil, ze kraste niet meer , ze rook heel anders. Hij moest verder, hij wist nu waar ze was. Opeens stond de vrouw in de deuropening. Ze sprak niet , maakte plaats voor hem, zodat hij weer naar buiten kon . Noch eenmaal kraste hij....Krahhhhhh...... en vloog toen de nacht in.

Geen opmerkingen: