maandag 18 november 2013

Verhaal om voor te lezen .....De eekhoorn en het konijn



In een groot bos leefde een eekhoorntje. Hij  was nog jong en speels en vloog graag van tak naar tak boven in de hoge bomen. Zijn moeder had dat niet graag en gaf hem dan standjes over zijn wilde gedrag. Vader nam hem mee om hem de noodzakelijke dingen te leren.  " Kijk zoon, " sprak hij dan
vaderlijk, "binnenkort moet je voor je zelf gaan zorgen en ga je naar een ander stuk van het bos. Dan

zie je lekkere besjes en eieren van vogels en het leven is een feest. Maar wanneer het kouder wordt , dan moet je voorraden gaan inslaan. "wat zijn dat?", vroeg de jonge eekhoorn. 'Eten dat je kunt bewaren en wanneer je dan eens honger hebt
en er hangt niets aan de struiken en bomen, dan ga je naar de plek waar je dat ingegraven hebt. Verzamel eikeltjes, beukennootjes, dennenappels. Alles wat je lekker vind en dat hard is. Maak een gat in de grond of steek het in een boom, je zult zien dat het nog van pas zal komen.'
En nu was het zo ver. Vader en moeder hadden hem uitgezwaaid en Pieterke stond er nu helemaal alleen voor. Hij had het wel getroffen, want het was mooi weer en de struiken hingen vol met heerlijke zoete bessen. Hij at zijn buikje rond. Nu moest hij toch even een klein slaapje doen, want met deze buik kon hij onmogelijk van tak naar tak springen. Hij zocht een plekje en vond al snel een oud vogelnest, waar hij makkelijk kon liggen.
Al heel snel sliep hij heerlijk op zijn rug in de schaduw van de bladeren van de oude eik. Hij droomde van bossen en dieren en hij schrok van het gekerm van een vreemd dier in het bos. 'Ah....auw...'Hij dacht dat hij droomde, maar nee, hij was wakker en het gekreun was er nog. Hij draaide zich om en keek eens over de rand van het nest naar beneden. Ja, daar hoorde hij het weer. 'Ahhh....'Wat lag daar beneden aan de voet van de boom. Een dier met lange oren die plat langs zijn kop hingen en hij jammerde er op los.

Vlug sprong hij over de rand en liep snel langs de stam naar beneden.

"dag vriend", sprak hij tegen het konijntje."wat is er met jou?". "waarom huil je?" Het konijntje schrok van het onverwachte bezoek.
'Dag vreemdeling, ik ben Joopie en ik liep hier wat rond, toen ik ineens zo'n pijn in mijn poot kreeg, het is niet om uit te houden.". "Laat mij eens kijken , zei Pieterke vriendelijk, misschien zie ik wat er aan scheelt. Oh, ik zie het al, een hele lange doorn zit er in je poot. Daar kan je niet verder mee lopen. Ik zal hem proberen eruit te trekken. Zet je schrap. Het konijn beet op zijn kaken en met volle kracht trok Pieterke aan de doorn. Ahhhhh......riep Jopie.....aaaahhhhhhh.....hebbes ! Kijk eens kerel.....deze doorn zat er in jouw poot. Pffff...zuchte de eekhoorn. Die zat diep zeg.Maar nu zal de pijn snel over zijn.'
Het konijntje keek naar zijn poot en naar de doorn en er verscheen een grote glimlach op zijn gezicht.
"wat fijn dat jij hem eruit kreeg , zei Joopie. Ben je hier bekend in het bos? Nee, niet echt. Ik moest van mijn ouders op eigen poten gaan staan en ik vind het heerlijk . Mooi weer en genoeg te eten. Mijn moeder ziet me niet, dus ik mag nu alles.

En jij? 'Het gezicht van het konijntje betrok. ' Nou.....eh...ik ben hier nu enkele dagen en weet echt niet waar ik ben. Ik zat eerst altijd in een kooitje met gaas ervoor en kreeg iedere dag te eten en ook werd ik wel eens op gras gezet. Ik werd geaaid door kinderen, het was best een fijn leventje. Maar op een mooie dag werd ik uit het hok gehaald en in een tas gestopt. Pikkedonker werd het. Ik hoorde deuren dichtslaan en auto geronk en na een poosje stonden we stil, werd ik uit de tas gehaald en hier in het gras neergezet. De auto vertrok en ik zit hier al enkele dagen te wachten totdat ze eten komen brengen. Maar er komt nog niemand en ik heb zoveel honger en dorst'.
Oh, nou dan moeten we maar snel eens wat water gaan opzoeken. Ik zal eens in deze hoge boom klimmen en eens kijken of ik iets zie. ' En weg was Pieterke. Het konijn verschrikt achterlatend. 'Joe hoe, riep opeens de eekhoorn vanuit de lucht. Ik denk dat ik water ruik. ' wIn enkele tellen stond de eekhoorn weer op de grond en wees met zijn pootje een kant uit. Daar moeten we heen. Kom maar achter me aan  ehh hoe heet je ook weer? Jopie, zei het konijn opgewekt. En ga jij dan met me mee? Natuurlijk. We zijn nu vrienden, vind je ook niet? "ja....natuurlijk.....wat fijn. Laten we gaan, zei Pieterke en met enkele sprongen vloog hij over het pad. Nou, dat kon Joopie ook hoor. En pfffff....weg waren ze, het diepe bos in.


'Hee Pieterke....waar ben je? ' Riep het konijntje . Hij was even gestopt met rennen, want zijn buikje rammelde en hij had me toch een dorst.
'Pieterke !'  Schalde het nog eens door het bos. Opeens voelde hij iets op zijn rug vallen. Hij schrok, keek omhoog en zag daar de eekhoorn lachen in een tak. Hee, Joopie, ik heb je toch geen pijn gedaan hoop ik. Wanneer ik van tak naar tak spring valt er wel eens een dennenappel of eikeltje naar beneden. Ja ja, zei Joopie, dat zal wel. Volgens mij liet jij hem per ongeluk  vallen en viel die heel toevallig op mijn rug.
Maar heb jij nu al gezien of we goed lopen? 
Ja ha...kijk maar eens goed uit je ogen....zie je het niet glinsteren daar tussen die bomen? Daar is het. In ieder geval is daar alvast water. 
Kom laten we daar maar heen gaan, anders loop je straks nog langzamer dan een slak.
Nou....dat liet Joopie zich geen twee maal zeggen en in enkel sprongen was hij aan de rand van het water en dronk , dronk, alsof hij in de woestijn gelopen had.
Rustig aan vriend, zei de eekhoorn. Niet te snel. We hebben de tijd hoor.
OK, nou dat was lekker, zei Jopie. Pieterke zat gezellig naast hem en nam ook enkel slokken water. En nu, sprak de eekhoorn. Wat eet een konijn? Lust je bast van de boom? Ja hoor, zei het konijn. Bast en gras en jonge bladeren. Maar weet je wat ik heerlijk vind? Nou ? Zei de eekhoorn. ' Vertel op. Een heerlijke grote oranje wortel.'  Het water liep al uit zijn bek terwijl hij het vertelde. ' Een enkele keer kreeg ik dat en dat is echt een feest.Verder lust ik alles wat groen is hoor. Ik kom wel aan mijn kostje, denk ik. Ja, zei Pieterke, dat denk ik ook, maar ik herinner mij dat ik aan de rand van dit bos een stuk land zag liggen waar veel veel groen uitstak en ook wat oranje dingen lagen. Kan zijn dat het een wortelveld is. Laten we gaan kijken. '
Het duurde niet lang, of ze zagen het mooiste stukje land dat ze ooit gezien hadden. Maar er zat een hek met gaas rond. Met enkele sprongen was de eekhoorn er overheen. Kom Jopie.  Kijk eens hier. Een koningsmaal ! Hij keek om en zag dat zijn vriendje beteuterd zat te kijken naar het hoge hek. Probeer eens door het gaas te klimmen, riep de eekhoorn. Jopie duwde zijn kop door het gaas, maar ach, hemel .....hij kreeg zijn kop er niet meer uit. Hij zat vast en tot overmaat van ramp zag hij een man aankomen lopen met een riek en een mand. Vlug kwam Pieterke naar het hek en duwde met zijn 2 pootjes tegen de kop van het konijn. Lukt niet, fluisterde hij. Blijf hier stil liggen. Ik kom straks terug en help je hieruit.
Pieterke rende snel weg en sprong in de eerste boom die hij tegenkwam.
Met hartkloppingen keek hij naar zijn vriend daar onder aan het hek. ' Oh nee ! ' De man liep direct op Jopie af.De eekhoorn sloot zijn ogen, durfde niet te kijken wat die man met zijn riek zijn vriend zou aandoen.

De man bukte zich en bromde binnensmonds iets van.....wat hebben we hier! Jopie hield zich dood. Ogen dicht en lijfje slap. Maar jongen.....je zit met je kop in het gaas. Hij voelde aan het konijn en schrok. Hij kan nog maar net dood zijn , hij is nog warm. Uit zijn zak haalde hij een tang en knipte het konijn met 2 knippen los. Nou, zei  de boer, ik denk dat we deze week konijn kunnen eten. Hij is een natuurlijke dood gestorven en hij ziet er goed uit. Ondertussen keek Pieterke boven in de boom naar deze onfortuinlijke situatie. Was zijn vriend Jopie nu van schrik gestorven? Hij lag daar zo stil op de grond terwijl hij toch al los was uit dat gaas. Opeens kreeg de eekhoorn een idee. Hij pakte een dennenappel uit de tak naast hem en hop......op de kop van de boer. Wel voor de drommel......wat is dat, zei de man. Terwijl de man omhoog keek sprong Jopie opeens recht en maakte zich uit de voeten. Rennen Jopie, riep Pieterke, rennen....ik vind je wel. Jopie rende alsof zijn leven er vanaf hing. Hij draaide zich niet om....nee...er vandoor en zo het bos weer in.


Na enige tijd durfde Jopie te stoppen en achter zich te kijken. Niemand te zien. Zijn hart ging te keer. Wat een schrik. Bijna was hij het haasje geweest. 
Wat een brillant idee van zijn vriend en redder Pieter. Waar zou die nu ergens  uithangen. 
Hij ging nu eerst maar eens een hapje eten. Dan maar geen wortel. Een beetje gras en wat jonge scheuten gingen er wel in. 
Ondertussen vloog Pieterke hoog in de bomen van tak naar tak. Net toen hij eens goed wilde rondspeuren of hij Jopie ergens kon ontdekken schrok hij zich een aap. Een enorme krijs aan zijn oor deed hem bijna naar beneden vallen. Ek....ek......
Een grote ekster keek hem met venijnige kraaloogjes aan. Wat doe jij hier.....vroeg de ekster? Nou, niks eigenlijk. Zit hier een beetje te zitten. Mag dat niet. Nou, liever niet, sprak de Ekster. Ik heb in deze boom mijn nest en ik heb liever dat je vertrekt. Je brengt onrust en ik moet op mijn eieren blijven zitten.
Ik kan jullie soort, je draait je om en weg zijn de eieren.
Met een grote schreeuw probeerde de ekster Pieter angst aan te jagen. Weg...weg jij....
Nou nou, ik ga echt niet naar je nest hoor, maak je niet druk. Ik kijk gewoon even of ik mijn vriend kan ontdekken. Het is een konijn en ik hoop hem snel te vinden. Maar toch niet in deze boom , zei de ekster en gaf de eekhoorn een flinke neep in zijn zij. 
Weg...weg......de ekster werd echt boos en duwde onverwachts de eekhoorn uit de boom.
Ohhhhhh.....help! Riep Pieterke nog net voordat hij op de grond plofte. Onderaan de boom lag hij en zag sterretjes. Zijn kopje deed pijn en het bos stond scheef. Wat was er gebeurd? Een hele tijd bleef hij zo liggen tot er opeens onder hem geduwd werd. Zijn hele lijf ging omhoog en de aarde ook. Het leek wel een aardbeving.Waar was hij terecht gekomen ? Allee jong, schuif eens op , klonk het onder hem.....wat ben jij zwaar. Een bruine neus keek op hem neer. Wat was dat nu weer voor een dier. Ik ben een mol, sprak het dier. Ik zie je niet goed, want ik ben blind. Met mijn snorharen kan ik je voelen en dat is net als zien, begrijp je. Mag ik eens aan je voelen? Ga je gang, kreunde de eekhoorn. Zeg maar wat je er van vind. 
Mooi ,mooi, zei de mol. Mooie vacht en staart. Je lijkt wel iets op een grote muis , maar met een dikke mooie staart en een raar hoedje op je hoofd. " Een hoed op mijn hoofd, kreunde de eekhoorn. Met zijn poot voelde hij een aan zijn koppie en warempel, een enorme buil voelde hij. "Die hoort daar niet te zitten , zei hij tegen de mol. Dat zal wel door mijn val gekomen zijn. Hij probeerde om eens recht te gaan zitten en de mol eens te bekijken. "Waarom ben jij blind?" vroeg  hij aan de mol. "Wij mollen zijn allemaal blind, wij leven onder de grond en daar zie je toch niets. Zo zijn onze ogen door de jaren heen blind geworden. Ik mis ze niet, ik voel alles en ruiken kan ik ook goed. 
Mijn naam is Frits. Misschien zien we elkaar later nog eens. Ben voorzichtig. Blijf maar een beetje op de grond, misschien en je je evenwicht nu kwijt met die bult op je kop. 
Oh ja, zij de eekhoorn. Mijn naam is Pieterke. Wanneer je toevallig een konijn tegenkomt die Jopie heet, zeg hem dan dat ik hier in de buurt ben.
Komt in orde Pieter. Tot ziens jongen. 
Ha ha zei Pieter. Tot voelens voor jou. 
En weg was hij weer. Daar zat hij nou, moederziel alleen. Zijn oogjes vielen dicht. De eekhoorn was in een diepe slaap verzonken.



Oehoe...ehk...de eekhoorn schrok wakker. Het was pikdonker om hem heen. Was die akelige ekster weer terug gekomen? Hij zag niets. Ahhhh... zijn kop deed nog wel pijn wanneer hij recht stond. 
Hallo, wie is daar ?
Oehoe....klonk het weer. Opeens zag hij het grote ogen en een grote kop. Wie ben jij? " vroeg de eekhoorn een beetje bang. Ik, ik ben Liesje en ik ben een uil. Wat doe jij daar op de grond. Eekhoorntjes kunnen beter boven in de boom zitten, zei de uil.Ja, dat klopt. Ik ben Pieterke en ben uit de boom gevallen en nu durf ik niet goed meer te springen van boom tot boom, ik heb een grote bult op mijn kop.
Ja, dat zie ik .Voorzichtig  voelde de uil aan de bult. Wacht hier even. Ik zal wat koud mos halen en een beetje op je hoofd leggen.
Wat lief, dacht de eekhoorn. Net zoals mijn moeder zou doen. Even bekroop hem het gevoel van eenzaamheid. Hij miste zijn ouders. Het was niet altijd leuk in het bos. 
Pss, pssss....hoorde hij opeens. Ben jij het Pieterke. Ja, fluisterde de eekhoorn. Ben jij het Jopie.
Ja, van blijdschap kroop de eekhoorn tegen het konijn aan. Wat ben ik blij dat ik je weer zie. Waar was je en voel je je toch goed? Ja, ik had. Gelukkig verder niets. Ben wel heel lang doorgerend, zo bang was ik.
Oehoe....daar was Liesje terug. Ze had een groot stuk mos  bij zich en legde dat op de eekhoorn zijn kop.
Wie is deze vriend van je? Jopie vertelde de uil hun verhaal. Hoe hij op de vlucht was geslagen voor de boer en hoe de eekhoorn hem gered had.
 
Zo zo, sprak de uil.Wat fijn dat jullie vrienden zijn geworden.
Wanneer je dit mos nu op je bult laat liggen deze nacht, dan zal hij morgen verdwenen zijn.Kan je daarna weer hoog in de bomen slapen. Weet je wat een goed idee is.....de uil vertelde de twee vrienden wat ze konden doen. Wanneer Pieter straks boven in de boom slaapt dan kan Jopie onder in de boom slapen in dat gat tussen de wortels. Misschien kan Frits wel even helpen met het gat dieper te maken. Opgelucht keken de dieren de uil aan. Wat een goed idee.
Toen de uil weg was zaten de 2 vrienden nog wat na te praten over hun avontuur. Na een poosje sliepen ze tegenelkaar aan onder de grote boom. De uil zat boven in de boom en keek vertederd na de 2 dieren die beide nog niemand hadden. Een onderzoekende eekhoorn zonder familie en een eenzaam konijn die nog niets wist van het vrije leven in een bos.
Het zou wel goed komen met die twee. Ze zou wel een oogje in het zeil houden.


Geen opmerkingen: