vrijdag 2 april 2010

Het krulboltournooi


Het krulbol toernooi.

Hij zal het zich zeker anders hebben voorgesteld, de opening van het krulbol toernooi.
Aan het weer lag het niet. Een stralend blauwe lucht met een zachte temperatuur.
Het grasveld achter het clubhuis, omringt door hoge ruisende bomen, was de ideale plaats voor dit evenement.

Er stond een ruime tent achter op het veld met veel stoeltjes en tafeltjes voor een hapje en een drankje. Straks zou de fanfare nog komen spelen. Dat gaf meteen een gezellige sfeer.
Aan de schaduwkant van het veld lagen de tijdelijk krulbolbanen er strak bij. Hij had
speciaal zand uit Limburg laten komen. ‘Als we het doen, dan doen we het goed,’ zal hij gedacht hebben.
Aan de hekken die rondom de banen stonden, waren zware rubberen matten gehangen, zodat de schijf niet in het publiek terecht zou komen. De EHBO was natuurlijk ook aanwezig.

Het zag er allemaal piekfijn uit. De man achter dit toernooi stond er dan ook breed glimlachend bij. Engelse pet op zijn hoofd, zwart T-shirt aan met vest erover. Net een landlord in zijn vrije tijd.
Hij was import en 3 jaar geleden had hij zich in ons dorp gevestigd.
Hij wist al snel enkele goede manieren om de dorpelingen duidelijk te maken dat hij de man was die ze nodig hadden.
Hij had zich gemeld bij de voorzitter van de krulbolvereniging met het voorstel om geheel belangeloos een vierjaarlijkskrulbol toernooi te organiseren want het was het jaar van de tradities. Ze moesten zich geen zorgen maken over de financiën want daar
kon je subsidie voor aanvragen bij de provincie, omdat krulbollen een oude volkssport
was ,die in ere gehouden moest worden.
Op deze manier zouden ze zeker veel reclame maken voor deze sport waar de gemiddelde leeftijd toch zeker 70 jaar was.
Ze hadden er wel oren naar gehad. Dat moest hij maar doen.

Er waren nog wel enkele hobbels te nemen, bleek later, want krulbollen doen ze in Zeeuws Vlaanderen op een houten vloer binnen in het clubhuis,
De Belgisch Vlaamse krulbollers konden het ook heel goed op zand. En er waren meer
Belgen op de club dan Nederlanders. Dit werd opgelost door een groot geld bedrag.
500 Euro voor de winnaar op zaterdag en 1000 euro voor de winnaar op zondag.
Dan zouden ze wel willen spelen op zand.
Maar hij had vergeten dat dan toch de eer op het spel stond bij de groten onder de
houtenvloer bollers. De meeste lieten dan ook verstek gaan bij de Nederlanders.
Maar eindelijk was het zover. De opening zou binnen enkele minuten een aanvang nemen, schalde het uit de luidsprekers in de bomen. De oud-wethouder was aangekomen en zat al gezellig aan de borrel, de voorzitter stond met de microfoon in de hand te wachten en Bert , de organisator stond ernaast. Borst vooruit en trots als een pauw.
De wethouder stond nu ook klaar en de voorzitter drukte hem de microfoon in de hand.
‘Beste mensen’ declameerde hij. ‘Vandaag za. .. voor de eer… keer..he. kr…oltoer..
‘Hij doet het niet’, hoorde je hem dan opeens hij hard zeggen. ‘Oh , hij doet het weer’,
sprak hij luid en duidelijk in de microfoon.Alles werd nog eens herhaald en met enkele
onderbrekingen kwam hij aan zijn speciale spreuken.
Hij had er drie. Iedere keer wanneer hij bij de clou kwam, viel dat woord weg.
Niemand begreep er iets van en zeker de Belgische Vlamingen niet.
Uiteindelijk was het dan zo ver dat de vlag gehesen kon worden.
Ze zagen al snel dat die ondersteboven was vastgeknoopt. Het duurde dan ook zeker 5 minuten voordat die knoop eruit was en de vlag goed hing. De organisator hield het puntje van de vlag vast en de wethouder trok aan het touwtje. Maar eerst riep de voorzitter ‘muziek’ en knoerthard klonk er het Zeeuwse Volkslied door de luidsprekers. Iedereen schrok zich wezenloos.
Daar ging de vlag. Toen hij 30 cm was gehesen was er opeens een verpletterende stilte.
Geluid weg. ‘Moet ik doorhijsen?’ fluisterde de wethouder. Maar daar klonk het lied weer met volle kracht, zodat je hart ervan oversloeg om na enkele seconden er het zwijgen weer toe te doen.
Het hijsen van de vlag met het Zeeuwse Volkslied zou toch een enigszins plechtig moment moeten zijn, maar het werd bijna een slapstick. Er klonk geroezemoes er werd gezucht en gelachen. De glimlach op het gezicht van de organisator verstarde .
Uiteindelijk hing de vlag toch in de top.
Daarna heeft de voorzitter nog de import-organisator geprezen voor zijn daden, maar
dat heeft niemand verstaan .
De voorzitter dacht er maar een eind aan te maken, riep nog ‘een fijne dag allemaal’ toen op hetzelfde moment een andere stem door de luidsprekers klonk met de woorden
‘de lotenverkoop in de tent is begonnen!’
De importman keek nog schaapachtig in het rond of hij de gestalte van zijn vrouw tussen het publiek kon ontdekken. Hij wilde haar gelaatsuitdrukking zien bij zoveel
knulligheden.

Maar het werd een hele gezellige dag. Niet al te druk, maar de sfeer was geweldig.
Het bier smaakte overheerlijk en de muziek maakte het af.
Hulde aan de organisator.

Geen opmerkingen: