donderdag 4 december 2014

.Hoofdstuk 3 Cor begint aan zijn reis.












"Nou, dag jongens", riep hij de kauwen op de schoorsteen toe. "Vaarwel. Dag oom Thor, maak je geen zorgen , ik ben zo weer terug. Kleine Thor zal blij zijn".
"Krah krah"  en weg was hij. Oom  Thor had zijn ring meegebracht en samen hadden ze hem zo goed en kwaad aan het touwtje vast gemaakt." Denk je dat je hem zo niet verliest?" vroeg oom Thor bezorgd.  
Dat was gisteren, nu vloog hij langs de kust. Het weer was goed. Hij kon veel zweven en hij genoot ervan. Beneden hem zag hij de branding. Witte golfjes op het strand. Het was rustig in de lucht. Zo nu en dan  een groepje vogels boven hem.  Nu het wat warmer werd ging het vliegen ook makkelijker. Hij probeerde boven land te blijven vliegen, daar heb je door het warme zand de meeste thermiek. 

Opeens hoorde hij een knorrig geluid naast hem. Een groepje ganzen haalden hem in. "Hee, waar ga jij naartoe ?" , riep de eerste gans hem toe. "Ja ja...zien we niet vaak , kraaien in dit gebied. Hoi kraai....lukt het nog", riep een ander. "Ja hoor", zei Cor. "Ik vlieg naar Cap Gris Nez". "Hee....wij ook. Wil je met ons samen vliegen?". "Nou, jofel, maar ik weet niet of ik jullie kan bijhouden
", riep Cor terug." Probeer het eens, riep de laatste van de groep". En voor hij het wist was hij 1 van de vele ganzen die in een V vlogen. Jeetje, wat een tempo hadden zij. Cor vloog als een straaljager door de lucht. Hij voelde krachten in zijn lijf die hij nooit gevoeld had. "Ho Ho", riep hij na een poosje. "Ik ga maar weer eens alleen verder. Dit gaat veel te hard", riep Cor buiten hadem. "O K", riep de voorste. "Het is niet zo ver meer. Misschien zien we je daar. Wij eten daar een poosje. Er is genoeg voor ons allemaal". "Nou, dank jullie wel", hijgde Cor nog, maar hij was al niet meer te horen, de vogels waren al een heel eind verder dan hij. 

Pffff, Cor liet zich even lekker zweven op de warme opstijgende lucht. Tot zover beviel hem de reis wel. Hij zag veel andere vogels en dat was wel zo interessant. Vrienden over de hele wereld, dat wil toch iedere vogel.
Het werd wel veel drukker . Veel meeuwen, stormvogels enz. Een zwarte kraai zat er niet bij. Daardoor had hij ook nogal bekijks. Hij werd door iedereen vriendelijk begroet. "Hoi Kraai, dag vriend"
Ja, daar in de verte zag hij de Kaap. Jippie. Eerste deel van de reis was geslaagd. 
Hij zag kliffen in het water liggen en ook bossen. Eens even kijken aan de kust, dacht hij . Maar wat een drukte . Veel vogels hier zeg. "Hè, kijk uit waar je vliegt,"riep er een. Zoef, zoef, links en rechts vlogen ze hem voorbij. Vogelsoorten die hij nog nooit had gezien. Pats, even kreeg hij een flits voor zijn ogen. Hij zag nog net een enorme zeemeeuw die naar hem schreeuwde "urrah, aarrh...." Het was een Jan van Gent. Een enorme zeevogel die hem geraakt had . Hij had een oranje touwtje aan zijn poot hangen.....hee....nee hè , waar was zijn ring. Die hing aan de poot van de Jan van Gent. 
Hoe kan dat nou !!!!! Hij ging er achteraan , hij klapte met zijn vleugels, het bonkte en suisde in zijn kop, maar zo snel kon hij niet vliegen. De afstand werd steeds groter en groter . Hij riep uit volle borst " Kraa Kraa" Maar de vogel vloog door. Hij kon niet meer. Totaal buiten adem vloog hij naar de kuststrook.  Hij lande op de klif. Hij kon wel huilen en had helemaal geen honger meer. Wat een ramp. Die grote vogel had helemaal niet in de gaten dat hij was blijven haken achter dat touwtje. Misschien lag de ring al op de bodem van de zee. In gedachten verzonken zat hij daar met zijn kopje naar beneden zachtjes te jammeren. "Krah krah krah," zei hij zachtjes. Hij voelde zich zo ongelukkig ."Bent u misschien iemand kwijt," hoorde hij een vogel zeggen. "Nou, nee, nee ja bedoel ik. Ik ben wel iets kwijt . Ik kwam in botsing met een Jan van Gent en toen bleef mijn ring aan zijn poot hangen en nu is hij daar mee doorgevlogen. Maar ik heb een opdracht, die ring moet naar iemand toe en nu ben ik hem al kwijt" vertelde Cor." Oh,maar wanneer het een Jan van Gent was, dan weet ik wel waar die naartoe is gevlogen"' zei de meeuw." Alle Jan van Genten uit de buurt gaan naar een klein rotsje in de zee bij Schotland. Bass Rock heet dat eilandje. Het is er stervens druk met bijna alleen maar Jan van Genten. Ik ben ook een meeuw , maar een veel kleiner soort. Mijn naam is Melvin de mantelmeeuw. Wanneer u  een beetje uitgerust bent en u bent klaar met eten en drinken dan wil ik wel met u meevliegen naar BassRock. Dan kunnen we daar naar hem zoeken". Nou, Cor moest even slikken. "Zou je dat echt willen doen. Dat zou ik heel fijn vinden. Zonder die ring ben ik voor niets hier naar toe gevlogen en zou mijn oom erg teleurgesteld zijn". "Kom" , zei Melvin, laten we daar op de punt van de klif gaan zitten, daar is het rustiger. Dan vertelt u  mij het verhaal ", zei Melvin , de meeuw.
 "Oh ja, ik ben Cor de zwarte kraai . Fijn je te kennen. Zeg maar "je" hoor. Krah krah", klonk het al veel vrolijker.

Geen opmerkingen: