woensdag 3 december 2014

Hoofdstuk 2 Cor moet nadenken.









Daar zat hij nou. Oom Thor was weer naar zijn eigen stekje en Cor moest nu nadenken. Maar wat viel er te denken. Hij kon zijn oom toch niet teleurstellen.
Nee, hij moest naar Londen vliegen of hij wilde of niet. Eerst maar eens uitzoeken hoe de meeuwen dat doen. Alleen maar water onder zich. Hoogtevrees zou je er van krijgen. Hij vloog naar de kust en zag al snel een meeuw in het zand wroeten. Hee, het was Henkie, Henkie de strandjutter uit Rotterdam. die zou hem wel het een en ander kunnen vertellen.

"Ahoi ouwe landrot, zin in een wokkeltje?", riep de meeuw vriendelijk.
"Ai  ai ", zei Cor als een echte zeerot. Ze liepen samen wat over het strand en pikten hier en daar een lekker mosseltje of krabje .
Nu moest hij maar eens van wal steken, vond de zeemeeuw. Cor slikte een laatste wokkel door en
 vertelde  zijn verhaal. De meeuw luisterde gewillig. "je moet je niet druk maken.
Joh, het is een makkie. Je vliegt hier de kust langs, totdat je bij Cap Gris Nez bent. Je ziet het vanzelf. Daar gaat het land al zo ver de zee in dat je al bijna in Engeland bent. Je ziet de witte kliffen van de Engelse kust al liggen . Daar steek je het water over.Dan ga je iets naar rechts en volg je de rivier de Theems die in Londen uitkomt. Dat is wel nog zo'n 4 uur vliegen. Het is voor jou een makkie. Niets om je zorgen over te maken. "Het klonk zo eenvoudig, alsof je een blokje om zou gaan.
Ondertussen zou Henkie niet een strandjutter zijn wanneer hij opeens een stukje touw uit het zand trok. "Kijk eens aan, een stukkie touw, kan je de ring aan hangen. Dan om je nek en je weet dat je hem bij je hebt.", zei Henkie de meeuw.
Het gezicht van Cor klaarde op. "Ja, goed idee. Dat doe ik."
"Maar Cor , je moet me een ding beloven, wanneer je die kleine gevonden hebt en je van die ring verlost bent, dan mot je echt even naar de pup hoor. Daar is altijd wel een lekkere Engels biertje te vinden.  Reuze gezellig daro."Henkie sprak met een echt Rotterdams accent
"Oh ja, mocht je in problemen komen boven het water, weet dan dat je niet kunt zwemmen, dat je geen zout water kunt drinken , maar dat er heel veel boten varen waar je een stukje mee verder kunt reizen",
Zo, die informatie was binnen. Het was een fluitje van een cent. Hij kon altijd nog een boot nemen. "Ha ha, Dank je wel Henkie , oh ja, Henkie, hoe komt het dat jullie wel zeewater drinken en al die zoute vis kunnen eten zonder buikpijn te krijgen," vroeg Cor.
"Kijk eens naar mijn snavel, zei Henkie. Zie je die 2 gaatjes bovenaan. Daar loopt bij ons het zout uit.. Jullie krijgen er buikpijn van want jullie poepen het uit en bij mij loopt het er via mijn snavel uit."Oh, dat is handig", zei Cor .
"Ik moet maar eens gaan. Heel hartelijk dank. Misschien zie ik je wel ergens boven zee."
"Okidoki" , zei Henkie.
Cor vloog weer naar huis. Boven in zijn boom overdacht hij nog eens zijn reis. Ook dwaalde zijn gedachtes af naar kleine Thor daarboven in de Thower. Toen ze nog kleine jongens waren speelden ze samen vaak in de sneeuw. Ze lieten zich van de daken rollen en kwamen dan duizelig in de dakgoot terecht. Of ze gingen sleetje rijden op een dekseltje. Zoef, zo recht naar beneden. Wie het eerst beneden was had gewonnen. Leuke jongen was  kleine Thor. Hij verheugde zich op zijn gezicht, wanneer ze elkaar zouden zien. Opwinding maakte plaats voor angst. Het was eigenlijk super leuk.
Ja, geen tijd te verliezen. Morgen haalde hij de ring op bij ome Thor en dan vertrok hij.
Hij vloog nog even naar de kauwen familie om zijn reisplannen uit de doeken te doen en te vertellen dat ome Cor op zijn stekkie boven in de boom zou logeren.
Krah krah...........



Geen opmerkingen: